De tweelingzusjes Cypriana en Takeyna waren vanaf jonge leeftijd erg onzeker over hun haar.
De natuur gaf meisjes dik zwart krullend haar in krulletjes. Dergelijk haar zou de jaloezie van veel meisjes zijn. Maar op school maakten klasgenoten grapjes over de afrokapsels van de zusjes Quinn.
Cipriana en Takeyna kregen, juist omdat ze anders waren, veel pesterijen te verduren.
Quinn begon zelfs hoeden te dragen. Zolang niemand ze aanvalt. De tweeling was urenlang bezig met het steil maken van hun haar. Maar de hardnekkige krullen wilden ze niet verlaten.
De meisjes overwogen zelfs om hun haar kort te knippen. Maar hun ouders ontmoedigden hen.
Toen de tweeling opgroeide, raakten modellenbureaus in hen geΓ―nteresseerd. Dit verraste Cyprien en Takeina enorm. Ondanks de complimenten van volwassenen beschouwden de meisjes zichzelf immers als lelijke eenden.
Nu zou Quinn voor geld geen afstand doen van haar haar. De tweeling zorgt nu goed voor hun lokken. Olijf-, castor- en kokosolie, revitaliserende maskers, speciale shampoos.
Er is niet veel anders in hun badkamer. Elke avond voordat ze naar bed gaan, brengen ze oliebrouwsels aan, vlechten ze hun haar in staartjes en wikkelen ze in katoenen tulbanden, en spoelen ze ’s ochtends de maskers af.